C# Advanced

C# is een krachtige en veelzijdige programmeertaal die wereldwijd wordt gebruikt voor het ontwikkelen van robuuste applicaties. De training C# Advanced helpt jou om de complexe aspecten van deze programmeertaal te beheersen. Of je nu werkt aan zakelijke applicaties, computerspellen of webdiensten, de training C# Advanced biedt jou de kennis en vaardigheden om efficiënter en effectiever te programmeren.

De training C# Advanced behandelt complexe onderwerpen zoals het gebruik van Entity Framework en LINQ voor databasebeheer, netwerkverzoeken met System.Net en het ontwikkelen van gebruikersomgevingen met XAML en WPF. Daarnaast leer je over multitasking en asynchrone oproepen om de prestaties van jouw applicaties te verbeteren, evenals het samenwerken met niet-beheerde code.

Onderwerpen zoals REST, OData, ASP.NET Core MVC, en middelenbeheer worden diepgaand behandeld. Daarbij leer je hoe jij bestaande assemblages (assemblies) kunt gebruiken met .NET reflection, hoe jij extra metadata toe kunt voegen met attributen en hoe jij code kunt genereren tijdens runtime.

De training C# Advanced is met name geschikt voor ervaren softwareontwikkelaars die beschikken over programmeerervaring in een van de volgende programmeertalen:

• C.
• C++.
• JavaScript.
• Objective-C.
• Microsoft Visual Basic.
• Java.

Door de training C# Advanced te volgen zul je de volgende kennis en vaardigheden verkrijgen:

• Een grafische gebruikersomgeving ontwikkelen met behulp van XAML.
• Webcommunicatie en -protocollen.
• Een entiteitsgegevensmodel voor databasetoegang ontwikkelen.
• Language-Integrated Query (LINQ) gebruiken.
• Asynchrone bewerkingen gebruiken om krachtige programma's te ontwikkelen.
• Dynamische componenten en onbeheerde bibliotheken toevoegen aan een C#-programma.
• Metadata ophalen van typen met behulp van .NET reflection.

Voordat je deelneemt aan de training C# Advanced, raden wij aan dat jij eerst de training C# Fundamentals hebt gevolgd of beschikt over vergelijkbare voorkennis.

Module 1: Database Toegang

In deze module leer je hoe jij Entity Framework kunt gebruiken en hoe jij verschillende soorten gegevens kunt queryen met behulp van Language-Integrated Query (LINQ).

Lessen:

• Les 1: Entity Framework.
• Les 2: LINQ.

Lab 1: Bijwerken van Grade Data

• Entity Framework.
• LINQ.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Entity Framework gebruiken.
• Verschillende soorten gegevens queryen met behulp van Language-Integrated Query (LINQ).

Module 2: Het Netwerk Gebruiken

In deze module leer je hoe jij de klassen request en response in de System.Net namespace gebruikt om externe gegevensbronnen direct te manipuleren. Je leert ook over REST en OData en je kijkt kort naar ASP.NET Core MVC.

Lessen:

• Les 1: Webservices.
• Les 2: REST en OData.
• Les 3: ASP.NET Core MVC.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Gegevens naar externe webservices verzenden.
• Externe gegevens benaderen via webservices.
• REST en OData begrijpen.

Module 3: Grafische Gebruikersinterfaces

In deze module leer je hoe jij Extensible Application Markup Language (XAML) en Windows Presentation Foundation (WPF) kunt gebruiken om boeiende gebruikersinterfaces te creëren.

Lessen:

• Les 1: Gebruiken van UI Frameworks.
• Les 2: Data Binding.
• Les 3: Het stylen van de UI.

Lab 1: Toevoegen van een Grafische Gebruikersinterface

• Gebruiken van UI Frameworks.
• Data Binding.
• Het stylen van de UI.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Extensible Application Markup Language (XAML) gebruiken.
• Gebruikersbesturingselementen maken en gebruiken.
• Stijlen en animaties gebruiken.

Module 4: Applicatieprestaties

In deze module leer je hoe jij de prestaties van jouw applicaties kunt verbeteren door jouw bewerkingen over meerdere threads te verdelen.

Lessen:

• Les 1: Multitasking.
• Les 2: Asynchrone Oproepen.
• Les 3: Omgaan met Conflicten.

Lab 1: Prestatieoptimalisatie

• Multitasking.
• Asynchrone Oproepen.
• Omgaan met Conflicten.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• De prestaties verbeteren door bewerkingen over meerdere threads te verdelen.
• De trefwoorden async en await gebruiken om asynchrone methoden te implementeren.
• Gebruikersfeedback geven tijdens langlopende operaties door het gebruik van events en gebruikersbesturingselementen.

Module 5: C# Interop

In deze module leer je hoe jij samen kunt werken met niet-beheerde code in jouw applicaties en hoe jij ervoor kunt zorgen dat jouw code alle niet-beheerde resources vrijgeeft.

Lessen:

• Les 1: Dynamische Objecten.
• Les 2: Resourcebeheer.

Lab 1: Werken met Word

• Dynamische Objecten.
• Resourcebeheer.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Samenwerken met niet-beheerde code in applicaties.
• Zorgen dat code alle niet-beheerde resources vrijgeeft.

Module 6: Ontwerpen voor Hergebruik

In deze module leer je hoe jij bestaande assemblies kunt gebruiken met behulp van reflection en hoe jij extra metadata kunt toevoegen aan typen en typeleden met behulp van attributen. Je leert ook hoe je code kunt genereren tijdens runtime met behulp van het Code Document Object Model (CodeDOM) en hoe jij jouw .NET assemblies kunt beheren.

Lessen:

• Les 1: Metadata.
• Les 2: Attributen.
• Les 3: Code Genereren.
• Les 4: Assemblies.

Lab 1: Beheren van de Grades Report Assembly

• Metadata.
• Attributen.
• Code Genereren.
• Assemblies.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Bestaande assemblies gebruiken met behulp van .NET reflection.
• Extra metadata toevoegen aan typen en typeleden met behulp van attributen.
• Aangepaste attributen maken.
• Informatie over assemblies ophalen.