ASP.NET Fundamentals

Algemene omschrijving

De training ASP.NET Fundamentals is ontworpen om softwareontwikkelaars een stevige basis te bieden in webontwikkeling met ASP.NET, een krachtig framework voor het ontwikkelen van robuuste, schaalbare webapplicaties. Voor zowel beginnende als ervaren softwareontwikkelaars, biedt de training ASP.NET Fundamentals alle benodigde theoretische kennis en praktische labopdrachten om het framework ASP.NET te leren gebruiken.

ASP.NET is een toonaangevend webframework dat wereldwijd door organisaties wordt gebruikt voor het ontwikkelen van dynamische websites en webapplicaties. De training ASP.NET Fundamentals biedt jou een diepgaand begrip van de kernprincipes en functionaliteiten van het framework ASP.NET. Je leert bijvoorbeeld hoe jij efficiënte, onderhoudbare en veilige webapplicaties kunt ontwikkelen. Deze kennis stelt jou in staat om jouw carrièrekansen in webontwikkeling aanzienlijk te verhogen.

In de training ASP.NET Fundamentals zul je het framework ASP.NET uitgebreid verkennen, van de basisprincipes tot geavanceerde onderwerpen. Je leert onder andere hoe jij ASP.NET kunt integreren met HTML, CSS en JavaScript en hoe jij gebruik kunt maken van hulpmiddelen zoals Microsoft Visual Studio.

Doelgroep

De training ASP.NET Fundamentals is met name geschikt voor webontwikkelaars die gebruikmaken van Microsoft Visual Studie binnen een individuele ontwikkelomgeving of binnen een kleine tot grote groep ontwikkelaars.

Daarbij hebben de webontwikkelaars de volgende interesse:

• Het ontwikkelen van geavanceerde webapplicaties.
• De weergegeven HTML volledig beheersen.
• Websites ontwikkelen waarin de gebruikersomgeving, gegevenstoegang en applicatielogica van elkaar gescheiden zijn.

Leerdoelen

Door de training ASP.NET Fundamentals te volgen zul je de volgende kennis en vaardigheden verkrijgen:

• Kennis van de Microsoft Web Technology Stack en het kiezen welke technologie te gebruiken bij het ontwikkelen van een programma.
• Een webapplicatie ontwerpen die aan een reeks zakelijke en functionele vereisten voldoet.
• Een website ontwikkelen met behulp van ASP.NET Core Razor Pages.
• Het gebruiken van middleware en afhankelijkheidsinjectie in ASP.NET Core MVC-applicaties.
• Controllers binnen een MVC-toepassing gebruiken om gebruikersinteractie, -modellen en -weergaven te beheren.
• Webapplicaties ontwikkelen die de ASP.NET Core-routering gebruiken om een logische navigatiehiërarchie te bieden.
• Weergaven maken om gegevens in een MVC-toepassing weer te geven en te bewerken.
• MVC-modellen ontwikkelen die bedrijfslogica implementeren binnen methoden, eigenschappen en gebeurtenissen.
• Toegang krijgen tot een database vanuit een ASP.NET Core-programma met behulp van Entity Framework Core.
• JavaScript-code gebruiken om logica aan de clientzijde te implementeren om de reactiesnelheid van een ASP.NET-webapplicatie te verbeteren.

Voorkennis

Voordat je deelneemt aan de training ASP.NET Fundamentals, raden wij aan dat jij beschikt over de volgende kennis en vaardigheden:

• Ervaring met Microsoft Visual Studio en .NET.
• Programmeerkennis in C# en principes, zoals lambda expressions, asynchrone programmering en LINQ.
• Enige ervaring met webontwikkeling met behulp van HTML, CSS en JavaScript.
• Inzicht in gangbare dataformaten zoals JSON en XML.

Onderwerpen

Module 1: Verkennen van ASP.NET Core

Microsoft ASP.NET Core webtechnologieën kunnen je helpen dynamische, krachtige en uitbreidbare webapplicaties te creëren en te hosten. ASP.NET Core is een open-source, cross-platform framework gebouwd op .NET, waarmee je webapplicaties kunt ontwikkelen.

Je kunt ASP.NET Core-webapplicaties ontwikkelen en uitvoeren op Windows, macOS, Linux of elk ander platform dat het ondersteunt. ASP.NET Core ondersteunt een agile, testgedreven ontwikkelcyclus. Het stelt je ook in staat om de nieuwste HTML-standaarden en frontend-frameworks zoals Angular, React en meer te gebruiken.

Lessen:

• Introductie tot Microsoft Webtechnologieën.
• Beginnen met Razor Pages in ASP.NET Core.
• Introductie tot ASP.NET Core MVC.

Lab 1: Verkennen van ASP.NET Core

• Verkennen van ASP.NET Core.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Begrijpen welke technologieën beschikbaar zijn in de Microsoft web stack.
• De verschillende programmeermodellen beschrijven die beschikbaar zijn voor ontwikkelaars in ASP.NET.
• De rol van ASP.NET Core in de webtechnologiestack beschrijven en begrijpen hoe ASP.NET Core kan worden gebruikt om webapplicaties te bouwen.

Module 2: Ontwerpen van ASP.NET Core MVC Webapplicaties

Microsoft ASP.NET Core is een programmeermodel dat je kunt gebruiken om krachtige en complexe webapplicaties te creëren. Echter, alle complexe ontwikkelingsprojecten, en vooral grote projecten, kunnen uitdagend en ingewikkeld zijn om volledig te begrijpen.

Zonder volledig inzicht in de doelen van een project, kun je geen effectieve oplossing ontwikkelen voor het probleem van de klant. Je moet weten hoe je een reeks zakelijke behoeften identificeert, technologiekeuzes maakt en de webapplicatie plant om aan deze behoeften te voldoen. De planningsfase zorgt ervoor dat belanghebbenden begrijpen dat je hun vereisten begrijpt en communiceert de functionaliteit van de webapplicatie, de gebruikersinterface, structuur en gegevensopslag naar de ontwikkelaars.

Lessen:

• Ontwikkelmethodologieën.
• Planning in de ontwerpfase van het project.
• Kiezen tussen Razor Pages en MVC.
• Ontwerpen van Modellen, Controllers en Views.

Lab 1: Ontwerpen van ASP.NET Core MVC Webapplicaties

• Ontwerpen van ASP.NET Core MVC Webapplicaties.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• De totale architectuur van een ASP.NET Core MVC webapplicatie plannen en aspecten zoals statusbeheer in overweging nemen.
• De modellen, controllers en views plannen die nodig zijn om een reeks functionele vereisten te implementeren.

Module 3: Gebruik van Razor Pages en Middleware

ASP.NET Core is een framework dat ons in staat stelt om veel soorten applicaties te bouwen. In deze module zullen we eerst meer in detail kijken naar ASP.NET Razor Pages, als een snelle manier om een webapplicatie te bouwen zonder de complexiteit van het MVC-model. Vervolgens zullen we kijken naar middleware, wat in de context van de ASP.NET Core-verzoekverwerkingspipeline een specifieke betekenis heeft en het mogelijk maakt om meerdere afzonderlijke verzoeken op een geheel andere manier af te handelen en aparte reacties te ontvangen.

Je leert hoe je het ASP.NET Core framework kunt gebruiken om verzoeken en reacties af te handelen via bestaande en aangepaste middleware en hoe je services configureert voor gebruik in middleware en andere delen van de applicatie, zoals controllers. We zullen ook kijken naar Services: klassen die functionaliteit blootstellen die je later in verschillende delen van de applicatie kunt gebruiken. Dit wordt bereikt zonder dat je handmatig het bereik in elke afzonderlijke locatie hoeft bij te houden of afhankelijkheden hoeft te instantieren, door gebruik te maken van Dependency Injection. Dependency Injection is een techniek die wordt gebruikt door ASP.NET Core, waarmee we afhankelijkheden aan de code kunnen toevoegen zonder ons zorgen te maken over het instantieren van objecten, het in geheugen houden of het doorgeven van vereiste afhankelijkheden.

Lessen:

• Gebruik van Razor Pages.
• Configureren van Middleware.
• Configureren van Services.

Lab 1: Gebruik van Razor Pages en Middleware

• Gebruik van Razor Pages en Middleware.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Een eenvoudige webapplicatie bouwen met behulp van Razor Pages.
• Bestaande middleware gebruiken om een ASP.NET Core applicatie op te zetten.
• De basisprincipes van Dependency Injection begrijpen en hoe het wordt gebruikt in ASP.NET Core.

Module 4: Controllers Ontwikkelen

ASP.NET Core MVC is een framework voor het bouwen van webapplicaties met behulp van het Model-View-Controller (MVC) architecturale patroon. De Controller is in feite verantwoordelijk voor het verwerken van een webverzoek door te communiceren met het model en vervolgens de resultaten door te geven aan de view. Het model vertegenwoordigt de zakelijke laag en kan gegevensobjecten, applicatielogica en bedrijfsregels bevatten.

De View gebruikt de gegevens die het van de controller ontvangt om de HTML of andere output te genereren die naar de browser wordt teruggestuurd. In deze module richten we ons op het ontwikkelen van controllers, gespecialiseerde klassen die centraal staan in MVC-applicaties. Begrijpen hoe controllers werken is cruciaal om de juiste modelobjecten te kunnen creëren, te manipuleren en ze door te geven aan de juiste views.

Controllers hebben verschillende methoden die 'actions' worden genoemd. Wanneer een MVC-applicatie een verzoek ontvangt, bepaalt het welke controller en actie het verzoek moet afhandelen. Dit wordt bepaald door gebruik te maken van Uniform Resource Locator (URL) routing; een ander zeer belangrijk concept dat nodig is voor het ontwikkelen van MVC-applicaties. We zullen ook zien hoe je hergebruik van code in controllers kunt maximaliseren door action filters te schrijven.

Lessen:

• Schrijven van Controllers en Actions.
• Routes configureren.
• Schrijven van Action Filters.

Lab 1: Controllers Ontwikkelen

• Controllers Ontwikkelen.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Een controller toevoegen aan een webapplicatie die reageert op gebruikersacties die zijn gespecificeerd in het projectontwerp.
• Routes toevoegen aan de ASP.NET Core routing engine en ervoor zorgen dat URL's gebruiksvriendelijk zijn in een MVC-webapplicatie.
• Code schrijven in action filters die vóór of na een controlleractie wordt uitgevoerd.

Module 5: Ontwikkelen van Views

Views zijn een van de drie belangrijkste componenten van het Model-View-Controller (MVC) programmeermodel. Je kunt de gebruikersinterface van je webapplicatie definiëren door views te creëren; een combinatie van HTML-opmaak en C#-code die op een webserver wordt uitgevoerd.

Om een view te maken, moet je weten hoe je de HTML-opmaak en C#-code schrijft en de verschillende hulpprogrammaklassen gebruikt die zijn ingebouwd in MVC. Je moet ook weten hoe je partiële views en view-componenten maakt, die delen van HTML renderen die opnieuw kunnen worden gebruikt in je webapplicatie. We zullen ook gedetailleerder kijken naar Razor-opmaaksyntaxis voor het embedden van .NET-gebaseerde code in webpagina's.

Lessen:

• Views maken met Razor-syntaxis.
• HTML Helpers en Tag Helpers gebruiken.
• Code hergebruiken in Views.

Lab 1: Ontwikkelen van Views

• Ontwikkelen van Views.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Een MVC-view maken en Razor-opmaak eraan toevoegen om gegevens aan gebruikers te tonen.
• HTML helpers en tag helpers in een view gebruiken.
• Razor-opmaak op meerdere locaties in een applicatie hergebruiken.

Module 6: Ontwikkelen van Modellen

De meeste webapplicaties werken met verschillende soorten gegevens of objecten. Een e-commerceapplicatie beheert bijvoorbeeld producten, winkelwagentjes, klanten en bestellingen. Een sociale netwerkapplicatie beheert gebruikers, statusupdates, reacties, foto's en video's. Een blog wordt gebruikt om blogberichten, reacties, categorieën en tags te beheren.

Wanneer je een Model-View-Controller (MVC) webapplicatie schrijft, creëer je een MVC-model om de gegevens voor je webapplicatie te modelleren. Binnen dit model maak je een modelklasse voor elk type object. De modelklasse beschrijft de eigenschappen van elk type object en kan bedrijfslogica bevatten die aansluit bij bedrijfsprocessen. Daarom is het model een fundamenteel bouwblok in een MVC-applicatie. We zullen ook kijken naar de validatie van gebruikersinvoer.

Lessen:

• MVC-modellen maken.
• Werken met formulieren.
• Gebruikersinvoer valideren.

Lab 1: Ontwikkelen van Modellen

• Ontwikkelen van Modellen.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Een model toevoegen aan een MVC-applicatie en code schrijven om de bedrijfslogica te implementeren.
• Weergave- en bewerkingsgegevensannotaties gebruiken.
• Gebruikersinvoer valideren met gegevensannotaties.

Module 7: Gebruik van Entity Framework Core in ASP.NET Core

Webapplicaties vereisen vaak een gegevensopslag voor dynamische informatie, bijvoorbeeld om een webapplicatie te maken die voortdurend verandert in reactie op gebruikersinvoer, beheersacties en publicatiegebeurtenissen. De gegevensopslag is meestal een database, maar andere typen gegevensopslag worden ook gebruikt. In Model-View-Controller (MVC)-applicaties kun je een model maken dat gegevenskoppelingslogica en bedrijfslogica implementeert.

Als alternatief kun je de bedrijfslogica scheiden van de gegevenskoppelingslogica door een repository-klasse te gebruiken, die door een controller kan worden gebruikt om te lezen van of te schrijven naar een onderliggende gegevensopslag. Wanneer je een ASP.NET-applicatie schrijft, kun je de Entity Framework Core (EF Core) en Language Integrated Query (LINQ)-technologieën gebruiken, die het schrijven van gegevenskoppelingscode zeer snel en eenvoudig maken. In deze module leer je hoe je een databasegestuurde website bouwt in ASP.NET Core met behulp van Entity Framework.

Lessen:

• Introductie tot Entity Framework Core.
• Werken met Entity Framework Core.
• Gebruik van Entity Framework Core Database Providers.

Lab 1: Gebruik van Entity Framework Core in ASP.NET Core

• Gebruik van Entity Framework Core in ASP.NET Core.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Een applicatie verbinden met een database om gegevens te benaderen en op te slaan.
• Entity Framework Core (EF Core) uitleggen.
• Werken met Entity Framework Core.

Module 8: Gebruik van Layouts, CSS en JavaScript in ASP.NET Core

Tijdens het bouwen van webapplicaties moet je een consistente look en feel toepassen op de applicatie. Je zou doorgaans consistente header- en footersecties en navigatiecontroles opnemen in alle views. Microsoft ASP.NET Core gebruikt speciale sjablonen genaamd layouts om dit te bereiken, samen met cascading style sheets (CSS) om het uiterlijk en de bruikbaarheid van je webapplicatie te verbeteren.

Je kunt ook interactieve HTML-elementen maken door JavaScript te gebruiken om client-side code aan je webapplicatie toe te voegen, samen met client-side JavaScript-bibliotheken.

Lessen:

• Gebruik van Layouts.
• Gebruik van CSS.
• Gebruik van JavaScript.

Lab 1: Gebruik van Layouts, CSS en JavaScript in ASP.NET Core

• Gebruik van Layouts, CSS en JavaScript in ASP.NET Core.

Na afloop van deze module kunnen deelnemers:

• Een consistente layout toepassen op ASP.NET Core MVC-applicaties.
• JavaScript code toevoegen aan je webapplicatie.
• CSS-stylesheets gebruiken.