Automating Administration with PowerShell (AZ-040)

Algemene omschrijving

In de steeds veranderende ICT-sector is het cruciaal om bij te blijven. De training Automating Administration with PowerShell (AZ-040) biedt jou de gelegenheid om vaardigheden te verkrijgen die jou helpen om systeembeheer te automatiseren. Het automatiseren van beheertaken met PowerShell is een onmisbare vaardigheid geworden voor elke ICT-professional die efficiëntie en productiviteit nastreeft.

Leer in de training Automating Administration with PowerShell (AZ-040) hoe je de volledige kracht van PowerShell kunt benutten om systeembeheer te automatiseren en jouw efficiëntie naar nieuwe hoogten te brengen. Door PowerShell leren te gebruiken, zul je in staat zijn om veelvoorkomende taken te verminderen en complexe beheertaken efficiënter uit te voeren.

Door deze AZ-040 training te volgen krijg jij praktijkervaring met het ontwikkelen van scripts, het beheren van systemen en het automatiseren van taken die voorheen veel tijd in beslag namen. De opgedane kennis en vaardigheden kun jij direct toepassen in jouw dagelijkse ICT-activiteiten.

Doelgroep

De training Automating Administration with PowerShell (AZ-040) is geschikt voor ICT-professionals, systeembeheerders, netwerkbeheerders, en iedereen die betrokken is bij systeembeheer. Als jij verantwoordelijk bent voor het beheren van systemen, servers en netwerken, dan is deze AZ-040 training precies wat je nodig hebt om jouw carrière naar een hoger niveau te tillen.

Leerdoelen AZ-040

Door deze PowerShell training te volgen zul je de volgende kennis en vaardigheden verkrijgen:

• De functionaliteit van Windows PowerShell beschrijven en gebruiken om basiscommando's uit te voeren en te vinden.
• Het identificeren en uitvoeren van cmdlets voor lokaal systeembeheer.
• Werken met de Windows PowerShell-pipeline.
• PSProviders en PSDrives gebruiken om met andere vormen van opslag te werken.
• Systeeminformatie opvragen met behulp van WMI en CIM.
• Werken met variabelen, arrays en hashtabellen.
• Basisscripts maken in Windows PowerShell.
• Computers op afstand beheren met Windows PowerShell.
• Microsoft Azure-bronnen beheren met PowerShell.
• Microsoft 365-diensten beheren met PowerShell.
• Het gebruikmaken van achtergrondtaken en geplande taken.

Voorkennis AZ-040

Voordat jij deelneemt aan deze PowerShell training raden wij aan dat jij ervaring hebt met de netwerktechnologie en implementatie van Windows, evenals met het beheren, onderhouden en oplossen van problemen binnen een Windows Server-omgeving.

Onderwerpen AZ-040

AZ-040 | Module 1: Aan de slag met Windows PowerShell

Deze module introduceert Windows PowerShell en geeft een overzicht van de functionaliteiten. Je leert hoe je Windows PowerShell opent en configureert, hoe je commando's uitvoert en hoe je gebruik maakt van het ingebouwde hulpsysteem in Windows PowerShell.

Lessen:

• Overzicht van Windows PowerShell.
• Begrip van de syntaxis van Windows PowerShell-commando’s.
• Commando's vinden en hulp krijgen in Windows PowerShell.

Lab: Configureren van Windows PowerShell en het vinden en uitvoeren van commando’s

• Configureren van de Windows PowerShell-consoletoepassing.
• Configureren van de Windows PowerShell ISE-toepassing.
• Windows PowerShell-commando’s vinden en uitvoeren.
• Gebruik van About-bestanden.

Na het voltooien van deze AZ-040 module kunnen studenten:

• De belangrijkste kenmerken van Windows PowerShell beschrijven en het openen en configureren.
• Windows PowerShell-commando’s ontdekken, leren en uitvoeren.
• Windows PowerShell-commando’s vinden voor specifieke taken.

AZ-040 | Module 2: Windows PowerShell voor lokale systeembeheer

In deze module maak je kennis met verschillende typen cmdlets die vaak worden gebruikt voor systeembeheer. Hoewel je elke keer kunt zoeken naar de juiste cmdlets, is het efficiënter om een basiskennis van deze cmdlets te hebben. Ook leer je hoe je Windows 10 beheert met PowerShell.

Lessen:

• Cmdlets voor het beheren van Active Directory Domain Services (AD DS).
• Cmdlets voor netwerkconfiguratie.
• Cmdlets voor serverbeheer.
• Windows PowerShell in Windows 10.

Lab: Lokale systeembeheer uitvoeren met PowerShell

• Maken en beheren van Active Directory-objecten.
• Netwerkinstellingen configureren op Windows Server.
• Een website aanmaken.

Na het voltooien van deze module kunnen studenten:

• Cmdlets voor AD DS-beheer identificeren en gebruiken.
• Cmdlets voor netwerkconfiguratie identificeren en gebruiken.
• Cmdlets voor serverbeheer identificeren en gebruiken.
• Windows 10 beheren met PowerShell.

AZ-040 | Module 3: Werken met de Windows PowerShell-pipeline

Deze module introduceert de pipeline-functionaliteit van Windows PowerShell. Hoewel pipelines ook beschikbaar zijn in andere command-line shells, biedt de pipeline in PowerShell meer complexe en flexibele mogelijkheden. Deze module geeft je de kennis en vaardigheden om PowerShell efficiënter te gebruiken.

Lessen:

• Begrip van de pipeline.
• Objecten selecteren, sorteren en meten.
• Objecten uit de pipeline filteren.
• Objecten in de pipeline enumereren.
• Pipeline-data doorgeven als uitvoer.

Lab: Werken met de PowerShell-pipeline

• Gegevens selecteren, sorteren en weergeven.
• Objecten filteren.
• Objecten enumereren.
• Objecten converteren.

Na het voltooien van deze module kunnen studenten:

• Het doel van de Windows PowerShell-pipeline beschrijven.
• Objecten in de pipeline selecteren, sorteren en meten.
• Objecten uit de pipeline filteren.
• Objecten in de pipeline enumereren.
• Pipeline-data doorgeven als uitvoer.

AZ-040 | Module 4: Gebruik van PSProviders en PSDrives

Deze module introduceert PSProviders en PSDrives. Een PSProvider is een PowerShell-adapter waarmee verschillende vormen van opslag worden weergegeven als een harde schijf. Een PSDrive is een daadwerkelijke verbinding met een opslagvorm. Je kunt deze technologieën gebruiken om verschillende vormen van opslag te beheren met dezelfde commando's als voor het beheren van het bestandssysteem.

Lessen:

• Gebruik van PSProviders.
• Gebruik van PSDrives.

Lab: Gebruik van PSProviders en PSDrives met PowerShell

• Bestanden en mappen maken op een externe computer.
• Een registersleutel aanmaken voor toekomstige scripts.
• Een nieuwe Active Directory-groep maken.

Na het voltooien van deze module kunnen studenten:

• PSProviders gebruiken.
• PSDrives gebruiken.

AZ-040 | Module 5: Beheerinformatie opvragen met CIM en WMI

Deze module introduceert twee parallelle technologieën: Windows Management Instrumentation (WMI) en het Common Information Model (CIM). Beide technologieën bieden toegang tot beheersinformatie, zowel lokaal als op afstand, zoals informatie over het besturingssysteem, hardware en geïnstalleerde software.

Lessen:

• Begrip van CIM en WMI.
• Gegevens opvragen met CIM en WMI.
• Wijzigingen aanbrengen met CIM en WMI.

Lab: Informatie opvragen met WMI en CIM

• Informatie opvragen met WMI.
• Informatie opvragen met CIM.
• Methoden aanroepen.

Na het voltooien van deze Powershell module kunnen studenten:

• Het verschil tussen CIM en WMI begrijpen.
• Beheerinformatie opvragen met CIM en WMI.
• Methoden aanroepen met CIM en WMI.

AZ-040 | Module 6: Werken met variabelen, arrays en hash-tables

Variabelen zijn een essentieel onderdeel van scripts. Je kunt variabelen gebruiken om complexe taken uit te voeren die niet met een enkel commando mogelijk zijn. Deze module legt uit hoe je werkt met variabelen, arrays en hash-tables om PowerShell-scripts te maken.

Lessen:

• Gebruik van variabelen.
• Variabelen manipuleren.
• Arrays en hash-tables manipuleren.

Lab: Gebruik van variabelen, arrays en hash-tables in PowerShell

• Werken met verschillende variabeltypen.
• Gebruik van arrays.
• Gebruik van hash-tables.

Na het voltooien van deze module kunnen studenten:

• Waarden toewijzen aan variabelen.
• Uitleggen hoe je variabelen manipuleert.
• Uitleggen hoe je arrays en hash-tables manipuleert.

AZ-040 | Module 7: Windows PowerShell-scripting

Deze AZ-040 module legt uit hoe je een Windows PowerShell-commando verpakt in een script. Scripts maken het mogelijk om repetitieve en complexere taken uit te voeren die niet met één commando kunnen worden afgerond.

Lessen:

• Introductie tot scripting met Windows PowerShell.
• Scriptconstructies.
• Gegevens importeren uit bestanden.
• Gebruikersinput accepteren.
• Foutafhandeling en troubleshooting.
• Functies en modules.

Lab: Scripts gebruiken met PowerShell

• Een script ondertekenen.
• Een array verwerken met een ForEach-lus.
• Items verwerken met If-instructies.
• Gebruikers maken op basis van een CSV-bestand.
• Schijfinformatie opvragen van externe computers.
• Het script aanpassen om alternatieve inloggegevens te gebruiken.

Na het voltooien van deze AZ-040 module kunnen studenten:

• Een Windows PowerShell-script uitvoeren.
• Scriptingconstructies gebruiken in PowerShell.
• Gegevens importeren uit een bestand.
• Gebruikersinput verwerken in een script.
• Foutafhandeling implementeren in een script.
• Functies en modules uitleggen.